Jesse Segers en Koen Marichal schrijven elkaar een maandelijks een brief die gepubliceerd wordt in het Tijdschrift voor Coaching. De vorige brief van Jesse van mei vind je hier.
Dag Jesse
Enkele maanden terug wandelde een poes mijn huis in. Niet zomaar een poes. Ze was zwanger. "Wat bijzonder", zei mijn vriendin, "dat die poes jouw huis gekozen heeft". Mij leek het gewoon een toevalligheid zonder betekenis. Samuel, een jonge Serviër die nu al enkele jaren in mijn huis woont – door hem ontdek ik hoe rauw en brutaal het ondersegment van de arbeidsmarkt geworden is, hoe de trede tussen kansarm en een vaste, goede job weggeërodeerd is, dat geheel terzijde – ontfermde zich over de poes. Ik ontdekte een zacht, lief stuk van hem. Hij noemde de poes Simba.
Een maand later mocht ik Simba helpen bevallen van een zesling. Helpen is veel gezegd. Gelukkig was mijn vriendin erbij. Ik was eerder een bevoorrechte getuige van iets wonderlijks. Hoe zo’n poes omging met wat haar overkwam. Ze was waarschijnlijk nog niet eerder bevallen. En vooral hoe mijn vriendin Simba geruststelde, steunde en hoe Simba daar op reageerde. In je brief had je het over ‘inter-esse’, ‘tussen zijn’. En dan gaat het niet over de intellectuele nieuwsgierigheid, maar over je laten betoverd worden en ook zelf betoverend handelen. Dat was wat ik zag gebeuren.
Vanuit ‘inter-esse’ worden leiders meer tovenaars, die ons helpen de realiteit aan te gaan met verwondering, openheid, waardoor meer mogelijk wordt. Zoals Michael White het beschrijft: “The sentiment ‘exoticizing the domestic’ sponsors a form of inquiry in which people suddenly find themselves interested in novel understandings of the events of their lives, curious about aspects of their lives that have been forsaken, fascinated with neglected territories of their identities, and at times awed by their own responses to the predicaments of their existence. And as we do, we contribute to the identification of extraordinary worlds that will cultivate the resurrection of diversity in everyday life.”
White is een van de grondleggers van narratieve therapie. Het was Chené Swart die ons dit citaat bracht, in een workshop in hartje Antwerpen, op bezoek voor enkele dagen in België. Haar werk inspireert steeds diepgaander het leiderschapswerk van mij en Casa 19. De narratieve lens. De vraag ‘what’s your story?’ die we al van in onze begindagen centraal zetten in leiderschapsontwikkeling. Wat zij eraan toevoegt is het belang en de kracht van de groep, de gemeenschap. Getuigen hebben in het maken en leiden van je eigen verhaal. En hoeveel deugd dat doet, om af en toe een moment te nemen om op verhaal te komen, om te vermijden dat we een te enge versie van onszelf worden. Eng in de beide betekenissen van het woord.
Ik schrijf deze woorden de avond voor de verkiezingen in België en in vele landen in Europa. Ik ben onder de indruk van de kwaliteit van de politieke strijd die de voorbije maanden gevoerd is, onder impuls van de media, die met veel nieuwsgierigheid en vanuit alle mogelijke invalshoeken politici met elkaar in beeld en gesprek brachten. We ontdekten collectief zowel de ijzige en ontluisterende kilte tussen vele toppolitici onderling als de onbevangenheid van jongeren die daarmee politici terug tot leven wekten. En alles tezamen ontstond een rijk geschakeerd betekenisveld dat mensen betrekt in de complexiteit van politiek leiderschap in deze tijden.
Ik schrijf deze woorden twee dagen voor ik in de radiostudio verwacht word en in gesprek ga over ‘verliezen’ en leiderschap. Wat is ‘goed verliezen en wat is slecht verliezen?’ Ik kijk ernaar uit, het komt dicht bij wat ik belangrijk vind. Ik voel me zelf meer mens als ik me verdrietig voel. Verdriet opent me, toont me wat voor mij echt belangrijk is. Bij verdriet ligt dankbaarheid voor wat er wel allemaal is om de hoek. De tegenpool van verdriet is kwaadheid, frustratie. Dan gaat de energie naar buiten en verdwijnt de verbinding.
Goed omgaan met verlies gaat voor mij dus om het tonen van verdriet, dat iets niet gelukt is. De beweging naar binnen en op die manier de verbinding geen geweld aandoen. En ook de nood aan herstel, bezinning benoemen. Beseffen dat tijd en ruimte nodig zijn om dingen hun plaats te geven. Dankbaarheid tonen ook, en geen afbreuk doen aan de winst van de andere. Waardig blijven. En vooral niet met de vinger gaan wijzen, martelaar worden. Dan word je van leider slachtoffer. Voor mij mag er op veel plekken best wat meer verdriet getoond worden, in de plaats van kwaadheid.
Ik schrijf deze brief zes dagen voor mijn nieuw boek verschijnt. De leider: Dat zijn wij. De titel resoneert bij velen. Leiderschap als de wonderbaarlijke uitkomst van collectieve inspanning. Terug wat het mysterie toelaten in leiderschap, de betovering, de schoonheid ook. Je schreef een treffend voorwoord voor dat nieuwe boek. Ik ben je er dankbaar voor. Je benoemt mijn onwankelbare toewijding aan leiderschap en ik dacht meteen, ja, dat klopt, en tezelfdertijd voelt het altijd zo wankelend, en net daarom is het toewijding.
Het boek is mee opgedragen aan Jerry, je weet wel, mijn leermeester die ik heb leren kennen in het programma Warriors for the human spirit. Jerry Granelli was een wereldvermaard percussionist, een van de grondleggers van free jazz, en ook boeddhist, leerling van Chögyam Trungpa. Hij leerde me de strijd op te geven met mezelf. Bij hem geweest zijn helpt me dagelijks te worden wie ik ben. Een van zijn meest typerende uitspraken was ‘How interesting!’ Daar heb je die inter-esse terug, waar je het over had. Met zijn ‘how interesting’ en heldere blauwe kijkers creëerde hij telkens opnieuw openheid en verwondering voor wat er zich aan het voordoen was. Jerry was de verwondering in persoon. Heel naturel, en tezelfdertijd het resultaat van levenslange toewijding aan muziek en meditatie.
Dus, als morgenavond de eerste verkiezingsresultaten binnenlopen zal ik met de glimlach van Jerry op mijn gezicht luidop zeggen ‘hoe interessant!’ Ik hou het niet voor onmogelijk dat na de voorbije maanden van zoveel degelijk journalistiek en politiek werk de uitkomst van de verkiezingen wonderbaarlijk is, het resultaat van een bijzondere collectieve inspanning.
Groeten,
Koen