Jesse Segers en Koen Marichal schrijven elkaar een maandelijks een brief die gepubliceerd wordt in het Tijdschrift voor Coaching. De vorige brief van Koen van oktober vind je hier.
Beste Koen,
tijdens mijn vijf weken durende ‘sabbatical’ vond ik mijzelf dwalend door de statige zalen van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen. Daar stuitte ik op Edmond Van Doorens Machinezang II (1940-1949), een werk dat echo's opriep van onze laatste correspondentie over de onbedoelde 'slam poetry' van MIT.
Ik herken je weerstand en worsteling met de eenzijdigheid van de instrumentale, door data gedreven benadering van organisaties en leiders. En zag het terug in het schilderij. Het is niet dat de technologische toolkit geen waarde heeft in onze voortdurende zoektocht naar verbetering, maar het mist de kern van menselijkheid.
Abstracties die makkelijk en universeel te verkopen zijn,
maar ook volkomen onrealistisch en onbereikbaar
Deze instrumentalisering van leiderschap is verre van onschuldig. Het schildert leiders af als abstracte, ideologische figuren, losgerukt van hun context en lichamelijkheid. Het worden hierdoor goddelijke wezens, in zekere zin. Abstracties die makkelijk en universeel te verkopen zijn, maar ook volkomen onrealistisch en onbereikbaar.
Niet geheel verrassend voor me komen dit soort adviezen voort uit het kleine gebouw van Sloan Management op de gigantisch Tech Campus die MIT is. Beinvloed door de IT-systeemdenkers rond hen kijken ze gelukkig nog regelmatig systemisch en contextueel. Denk maar aan het bekende werk van Peter Senge. Zelfs Harvard Business School en de grote strategie- en consulting-bureaus doen dit vaak niet. Ze verkopen dan al gedehumaniseerde instrumentele business concepten, al dan niet via casestudies uit het verleden.
Wat we delen, denk ik, samen met denkers zoals Gianpiero Petriglieri van INSEAD (hij is binnen zijn instituut een uitzondering) is wat hij zijn passie noemt: “Het humaniseren van leiderschap, het scheppen van ruimte voor al het rommelige, tegenstrijdige en gecompliceerde in mensen en de systemen waarin ze opereren.”
Deze humanisering zie we terug bij mensen zoals Herman Van Rompuy, Job Cohen of Angela Merkel die we vaak naar voor schuiven als voorbeelden. Het vertaalt zich in de 19 inzichten over leiderschap (zie Over leiderschap: 19 inzichten van Marichal & Segers). Een open verhaal dat mee-evolueert met de tijd en onze eigen gedachten. Een verhaal dat soms rommelig is en bewust tegenstrijdigheden kent. En waarin we in onze laatste versie per inzicht ook meegeven waarom het vaak zo moeilijk toe te passen is in de praktijk.
Leiderschap kan gezien worden als iets dat je niet kan bezitten,
maar als een verhaal dat je bouwt en laat zien,
samen met hen die zich erdoor aangesproken voelen
Leiderschap kan gezien worden als iets dat je niet kan bezitten, niet als positie, maar als een verhaal dat je bouwt en laat zien, samen met mensen die zich erdoor aangesproken voelen. “It is story building, not just story telling”, zoals Gianpiero het zou zeggen. Het is dan ook steeds het laatste inzicht dat we meegeven in ons boek.
Het maken van verhalen is wat ons diep menselijk maakt. Het geeft betekenis aan ons werk, aan ons leven. Het bevredigt onze existentiële nood als mens om onze eigen sterfelijkheid te overstijgen. Dit is uiteindelijk wat leiders doen: ze bouwen verhalen, een thuis, samen met anderen.
Een thuis waarin we langs de ene kant ons hier en nu veilig voelen, ons gerustgesteld weten dat aan onze praktisch basisbehoeften voldaan zal zijn. En anderzijds een plek, een verhaal, dat je persoonlijk inspireert, dat spannend is naar de toekomst toe, waarin je jezelf kan uitdrukken op een manier die betekenisvol is voor je en dat je bevrijdt. Leiderschap is die dubbele beweging die je keer op keer tegenkomt: First connect, then lead. Care to dare. Eerst de connectie, dan de correctie, enzovoort.
Het verreist verbeeldingskracht en liefde van een leider, net zoals kunstenaars. Dit verreist leren denken in verhalen en niet in data (daarvoor kunnen we uiteindelijk op AI vertrouwen). “To see the world as a lover, not as a battlefield or a trap”, om Joanna Macy te parafraseren.
Ter illustratie: net voor mijn ‘sabbatical’ mocht ik in een kleine gemeente gaan spreken als start van een leiderschapstraject. En als voorbereiding had de gemeentesecretaris zijn huiswerk erg grondig gedaan. Hij had ons boek Over leiderschap: 19 inzichten nauwgezet bestudeerd en voorzag zijn aantekeningen van zorgvuldige notities. Dit leiderschapstraject was een deel van zijn nalatenschap aan de organisatie en zijn manier om liefde en wijsheid door te geven aan degenen die na hem zouden komen. Twee weken later werd hij gemeentesecretaris bij één van de vier grote steden in Nederland.
Hij koos ervoor om dit stuk uit ons boek voor te lezen: “Het oermotief in leiderschap is liefde, de medemens graag zien. Het is het geloof om te vertrouwen dat het nobele in mensen de overhand kan terugkrijgen, dat niemand overbodig of ongewenst is en dat een vicieuze cirkel waarin mensen elkaar wantrouwen of minachten, doorbroken kan worden. Liefde zorgt voor de omvorming van ondeugden in deugden. Van een minderwaardigheidsgevoel naar een basis van zelfvertrouwen. Van luiheid en lafheid naar moed en integriteit. Van jaloersheid naar dankbaarheid. Liefde doorbreekt de simpele schema’s van wederkerigheid: ‘ik doe iets voor jou, jij doet iets voor mij’. Het vertrekt veel meer vanuit: ‘ik doe iets voor jou, omdat ik zelf ook veel ontvangen heb’.”
Deze leider denkt en leeft duidelijk in verhalen, gedreven door liefde
Hij schilderde mij op een creatieve wijze af als de Albus Perkamentus van Zweinstein en liet mij het podium in al zijn glorie. Deze leider denkt en leeft duidelijk in verhalen, gedreven door liefde. Liefde als leider ontstaat vanuit dankbaarheid (iets wat je bijvoorbeeld via meditatie kan ontwikkelen, vraag maar aan elke boeddhist). Dankbaarheid voor het wonder dat we hier als mensen op deze unieke planeet zijn. We zijn onderling afhankelijk en onze waarde is niet afhankelijk van wat we consumeren. We zijn meer dan oké.
Persoonlijk voel ik me vaak meer thuis in de wereld van de Universiteit van Berkeley die al heel lang bekend staat om haar aandacht voor maatschappelijke impact, sociaal activisme, burgerrechten, diversiteit en inclusie, wat zich bijvoorbeeld uit in de Greater Good Science Center. Hun onderzoek naar wat de emotie van ‘ontzag’ (‘awe’) bij ons uitlokt, is op dat vlak relevant. Een emotie die ons het gevoel geeft onderdeel te zijn van iets groters en meer tijd te hebben en ons genereuzer maakt naar anderen toe. Een emotie die je kunt ervaren door onder meer de grootsheid van de natuur of door een kunstwerk op te zoeken. Hierdoor verbind je je met datgene dat jou overstijgt.
Leiderschapsontwikkeling begint dus met het vermogen om te ontvangen wat er al is. Het begint in een sfeer van liefde, waarin de ander reeds de betere versie van jouziet, en van daaruit kan jij dan ook weer meer liefde schenken aan anderen. Het is de interdependentie in actie. Of zoals Malcolm X ooit zei: “When we change the ‘i’ for the ‘we’, even illness becomes wellness.”
Leiderschap, in zijn puurste vorm, is een kunst, gevoed door verbeeldingskracht en doordrenkt van liefde.
Warme groet,
Jesse
PS: De sabbatical was heerlijk in de zin dat het het omgekeerde was van wat ik nu bijna zes jaar doe als eindverantwoordelijke van Sioo. Het was een eenvoudig onthaast bestaan in eigen land: geen geplande agenda, veel thuis, veel tijd voor het vaderschap, sport en natuur, bijna niets met de auto doen en alles met de fiets en er gewoon zijn voor de geliefde thuis en voor mezelf.