Aflevering 2 in een reeks van zes blogposts over leiderschap vanuit de analyse van politiek filosoof Michael J. Sandel* over de tirannie van verdienste. Hij ontmasktert het ‘iedereen gelijke kansen’ als een van de grondoorzaken van onheil zoals de toenemende ongelijkheid en uitputting van mens en natuur. Doordat leiderschap zich bezig houdt met het goede, is uit zijn analyse een belangrijke les voor leiders te trekken.
De schaduw van de meritocratie
Het ‘je krijgt wat je verdient’ denken verklaart veel van de toename aan welvaart sinds de tweede helft van de voorbije eeuw. Talent wordt steeds beter ontwikkeld en benut, los van privileges. Tezelfdertijd is de schaduw van de meritocratie gitzwart. Ten eerste is de ongelijkheid toegenomen. Doordat ‘verdienste’ meer een persoonlijke verantwoordelijkheid geworden is, laten we ook toe dat slimmeriken met alle verdiensten gaan lopen. We voelen wel dat het niet klopt, het verhaal van de superrijken, maar we hebben er ook bewondering voor. En we functioneren zelf ook zo'n beetje, de opwinding als de aandelen die we in ons bezit hebben plots dubbel zo veel waard zijn, zonder goed te weten waarom. We voelen ons daar niet schuldig over. Het is ‘onze verdienste’.
Ten tweede is ‘waarde en geluk’ verengd geraakt tot ‘verdienen’. Het ‘goed bezig zijn’ betekent vooral een ‘belangrijke job hebben’ en een ‘belangrijke job hebben’ betekent een ‘job hebben waarmee je veel verdient’. Maar ook omgekeerd. ‘Ik verdien veel dus dat betekent dat ik belangrijk ben en maatschappelijk veel waard ben’. Zo kan het dat een ondernemer zich maatschappelijk bijzonder belangrijk vindt en een verpleegster of leerkracht zich niet gewaardeerd voelen. Het maatschappelijk debat is niet ‘wat vinden we met zijn allen waardevol werk en wat vinden we met zijn allen dat onze economie niet moet doen omdat we dat soort producten niet nodig hebben.’
Ten derde groeit met het meritocratische het technocratische bestuur. We willen de slimste mensen aan de macht, we geloven in de wetenschap als oplossing voor maatschappelijke vraagstukken, we geloven in controle en maakbaarheid. Hier zit ook een leiderschapsbeeld achter: meer en meer worden parlementen bevolkt met universitairen. Obama, zo analyseert Sandel, was het prototype van het meritocratische idee, met onder meer een overgroot deel van kabinetsleden met doctoraatsdiploma’s. Business schools wereldwijd zetten de toon om een elite te creëren die vooral technocratisch ingesteld is, met veel aandacht voor cognitieve intelligentie. We hechten meer belang aan slimheid, dan aan moraliteit en levenservaring voor posities van macht. Zie ook het gebruik van artificiële intelligentie: met de slimheid van computers zal het misschien allemaal wel lukken…
Binnenkort deel 3: de grote uitputting
* Sandel, M. (2020). De tirannie van verdienste. Utrecht: Ten Have